Aangekomen bij het huis
Het onbekende huis stond voor Miranda, het imposante uiterlijk verduisterd door verwaarlozing. In tegenstelling tot de weelde die ze zich had voorgesteld, was het jarenlange verval in elk detail zichtbaar. De gevel was bedekt met woekerend gebladerte en de gebroken ramen toonden haar wanhoop. “Is dit de erfenis die hij me heeft nagelaten?” riep ze boos uit, haar woede weerklonk in de stilte van de plek. Miranda liep met de roestige sleutel in haar hand naar de voordeur, onzeker over wat ze moest doen. Ze stak de sleutel in het slot met een gevoel van angst en opstandigheid, zich afvragend welke geheimen er achter de vervallen drempel lagen.
Ik ga de hal binnen
Ondanks de aanvankelijke problemen veroorzaakt door roest, draaide de sleutel eindelijk, waardoor Miranda de krakende deur open kon duwen. Een verbleekte brief die op een stoffige oude tafel in de gang lag, trok haar aandacht toen de deur openging. De brief stak af tegen de rest van de gang en trok de aandacht naar zich toe. Miranda liep nieuwsgierig naar de tafel toe. Met trillende handen pakte ze de brief op en toen ze het vergeelde papier openvouwde, vielen haar de woorden “Aan mijn lieve vrouw” op.