Aan het einde van de gang
Eindelijk vond Miranda de deur die naar de kelder leidde, na wat een eindeloze zoektocht leek. Het kostte al haar kracht om het imposante meubelstuk los te krijgen, dat zich voor haar uitstrekte in een schemerige gang, verborgen achter een lijvige boekenkast. Ze waagde zich door de gang met een ongemakkelijk gevoel dat door haar aderen gierde toen het zwakke schijnsel haar naar de felbegeerde deur aan het einde leidde. Terwijl haar trillende handen tegen de eeuwenoude deur duwden, vermengde zich een gevoel van verwachting met bezorgdheid. Dit markeerde de laatste stap in haar reis naar haar langverwachte erfenis.
De trap af
Voorzichtig daalde Miranda de trap af, hintend dat hij onder haar voeten beschadigd zou kunnen zijn. Bij elke voorzichtige afdaling onthulde de betonnen uitgestrektheid van de kelder zich langzaam, gehuld in duisternis maar met een zweem van opwinding. Miranda begon zich echter ongemakkelijk te voelen in de opwinding van haar ontdekkingstocht. Ondanks het lage volume kon ze vreemde geluiden horen echoën in de beslotenheid van het huis. De griezelige geluiden werden intenser naarmate ze dieper de kelder in ging en wierpen een schaduw van onzekerheid over haar opwindende afdaling.